Zwaar begin
Maandag begon dan eindelijk de wedstrijd. Vroeg op, appartement uit en met alle zooi naar het botenterrein, en van daaraf moest er dan ook nog een auto naar het eindpunt van vandaag gebracht worden. Op het botenterrein lagen inmiddels een stuk meer boten dan toen we hier zondagmiddag weggingen, en ook een stuk betere boten. Maar niemand andere met zo’n snelle romp, en zulke snelle bliksemschichten op het taftzeil.
De organisatie gaat op zijn Frans: we zouden om acht uur starten, maar in praktijk begon de briefing om kwart over acht.
De start ging ook een beetje chaotisch. Het zou op startnummer gaan (wij zijn boot 29, van de 52). En ons plan was ook om redelijk achteraan te starten, om de kunst bij de sluizen een beetje af te kijken. Daar hadden we buiten onszelf en de Fransen gerekend: het zit niet echt in onze aard om achter allerlei treuzelaars voor de start te blijven liggen, en toen we eenmaal bij de start in de buurt kwamen, mochten we ook gewoon gaan. Ondanks de voorgeschreven startvolgorde.
Het roeien ging vrijwel meteen lekker. Compact, in een stevig tempo en uiteraard, zoals Johan dat zegt, klokgelijk. Heerlijk! En enorm imponerend natuurlijk, ik kijk uit op de gebronsde schouderpartijen van Geertje en Johan, in onze prachtpakjes.
De eerste sluizen waren een belevenis. Omhoog (dus je kijkt tegen een enorme deur aan), en over heel veel hoogteverschil. De boot moet dan zo snel mogelijk uit het water, op een tweewielig karretje, de ‘chariot’, en dan vrij steil omhoog lopen, langs de sluis en dan weer in de omgekeerde volgorde het water weer in.
Dat is een behoorlijk gestuntel; wie doet wat, en hoe doe je dit überhaupt het handigst? We hebben wel geoefend, maar langs de Weespertrekvaart is het toch anders…
We mogen het in de eerste etappe (21 kilometer) vier keer proberen. En het gaat steeds beter, en het roeien onverminderd hard.
De finish (dat is de tijdman, de ‘chronometreur’) duikt vrij plotseling op, en dan zijn we klaar. De boot mag op de kant en we komen als een van de eerste ploegen op de lunchplek aan. Op een wat breed stuk bospad staan tafels met lange banken, en de wc noemen ze hier ‘wc sauvage’; je mag het bos inlopen of een plekje langs het veld zonnebloemen zoeken. Dan weet je meteen ook wat het nadeel is van zo’n kek roeipakje…
Gelukkig hebben we mueslirepen mee, het is nog meer dan een uur wachten op de lunch. Want de rest van de ploegen moet nog aankomen, en het is volkomen duidelijk dat lang niet iedereen deze tocht als een wedstrijd ziet. Of, zo lijkt het, bijna niemand.
De lunch bestaat uit brood, sla, uitgebreide paella en wijn. En appeltaart toe. Best lekker, maar niet per se het beste eten om op te roeien.
Gelukkig is er daarna ook nog een uurtje om uit te buiken, en dan komen de uitslagen: we zijn de snelste C4, met vijf minuten voorsprong op de nummer twee.
De middagetappe is ongeveer even lang, maar heeft zeven sluizen. En een Le Mans-start: er wordt in omgekeerde finishvolgorde gestart (wij aan het einde dus), en op de weg. Daarvandaan is het zevenhonderd meter naar de eerste sluis. We treuzelen wat bij de start (om de weg voor ons leger te krijgen) en rennen naar de start. Ook dat, het rennen naar met de boot op het karretje, hadden we geoefend, maar het is toch best wel ver. We worden er al langs gelaten door een aantal ploegen, maar zien wel dat de concurrentie is gaan roeien. Dat is slim, want zo kun je veel meer ploegen inhalen. Maar we zien onze concurrentie het stuk roeien. En dat is slimmer, want je haalt zo veel makkelijker in. Maar goed, het scheelt ons nu een keer erin en eruit.
We worden wel steeds handiger in die sluizen. En het roeien gaat nog steeds snoeihard. En het is warm. heel erg warm. Echt heel erg warm. Onderweg worden drinken en abrikozen uitgedeeld, en Bart blijft onvermoeibaar bidons aanreiken als wij met de boot lopen.
We lopen op elk roeistuk in op de ploegen die vlak voor ons gestart zijn, en op de sluizen winnen zij dan weer op ons. Maar aan het einde lijken ze wel op ons in gelopen te zijn.
En dan is dag 1 klaar. Niemand had er denk ik op gerekend hoeveel impact de warmte heeft; we zijn echt kapot.