Auteursarchief: Maartje!

De tegenstand

Zo op het oog lijkt de Rallye du Canal du midi een beetje een wedstrijd voor bejaarden. Internationaal, dat wel, er zijn meerdere Australische, Nieuw-Zeelandse en Amerikaanse ploegen. Die toch vooral bestaan uit vriendelijke grijsaards met een voorkeur voor het goede leven. En, opvallend genoeg zijn dat erg vaak ploegen die uit dames en één heer bestaan. Amerikaanse mannen hebben blijkbaar te weinig vakantiedagen voor dit soort fratsen.

Er zijn gelukkig nog een paar ploegen die er echt een wedstrijd van maken. Wij liggen in gevecht met twee ploegen:

Toulouse
Dat zijn de witten. Een ploeg die zo te zien uit één dame en vijf heren bestaat (het is ons niet helemaal duidelijk wat de maximum teamgrootte is). De heren zien er behoorlijk afgetraind uit, maar hun roeien is niet geweldig, en hun sturen al helemaal niet. Ze winnen vooral op het gooi- en smijtwerk bij de sluizen, en daar zijn ze echt heel erg lomp. We verdenken ze ervan om die reden een huurboot te gebruiken. Ze zijn op de eerste dag ook al drie keer omgeslagen. Maar ja, ze zijn dus wel vrij sterk.

Lille
Dat is de groene ploeg. Een jonge mixploeg, in een groene stokoud uitziende boot, die we ervan verdenken een B4 te zijn. Hun boot is in ieder geval duidelijk lichter dan de onze. Hun grootste troef lijkt een man die er op het eerste gezicht ongevaarlijk uitziet, een kleine gebochelde grijze zestiger. Maar hij blijkt buitengewoon sterk, hij rukt die boot op elegante wijze in zijn eentje zó uit het water. En ze roeien ook behoorlijk door.

We zijn overigens niet de enige Nederlanders, Daventria is hier ook met een vier en een skiffeur.

Dit bericht werd geplaatst in roeien op door .

Dag 1

Zwaar begin

Maandag begon dan eindelijk de wedstrijd. Vroeg op, appartement uit en met alle zooi naar het botenterrein, en van daaraf moest er dan ook nog een auto naar het eindpunt van vandaag gebracht worden. Op het botenterrein lagen inmiddels een stuk meer boten dan toen we hier zondagmiddag weggingen, en ook een stuk betere boten. Maar niemand andere met zo’n snelle romp, en zulke snelle bliksemschichten op het taftzeil.

De organisatie gaat op zijn Frans: we zouden om acht uur starten, maar in praktijk begon de briefing om kwart over acht.

De start ging ook een beetje chaotisch. Het zou op startnummer gaan (wij zijn boot 29, van de 52). En ons plan was ook om redelijk achteraan te starten, om de kunst bij de sluizen een beetje af te kijken. Daar hadden we buiten onszelf en de Fransen gerekend: het zit niet echt in onze aard om achter allerlei treuzelaars voor de start te blijven liggen, en toen we eenmaal bij de start in de buurt kwamen, mochten we ook gewoon gaan. Ondanks de voorgeschreven startvolgorde.

Het roeien ging vrijwel meteen lekker. Compact, in een stevig tempo en uiteraard, zoals Johan dat zegt, klokgelijk. Heerlijk! En enorm imponerend natuurlijk, ik kijk uit op de gebronsde schouderpartijen van Geertje en Johan, in onze prachtpakjes.

De eerste sluizen waren een belevenis. Omhoog (dus je kijkt tegen een enorme deur aan), en over heel veel hoogteverschil. De boot moet dan zo snel mogelijk uit het water, op een tweewielig karretje, de ‘chariot’, en dan vrij steil omhoog lopen, langs de sluis en dan weer in de omgekeerde volgorde het water weer in.
Dat is een behoorlijk gestuntel; wie doet wat, en hoe doe je dit überhaupt het handigst? We hebben wel geoefend, maar langs de Weespertrekvaart is het toch anders…
We mogen het in de eerste etappe (21 kilometer) vier keer proberen. En het gaat steeds beter, en het roeien onverminderd hard.

De finish (dat is de tijdman, de ‘chronometreur’) duikt vrij plotseling op, en dan zijn we klaar. De boot mag op de kant en we komen als een van de eerste ploegen op de lunchplek aan. Op een wat breed stuk bospad staan tafels met lange banken, en de wc noemen ze hier ‘wc sauvage’; je mag het bos inlopen of een plekje langs het veld zonnebloemen zoeken. Dan weet je meteen ook wat het nadeel is van zo’n kek roeipakje…

Gelukkig hebben we mueslirepen mee, het is nog meer dan een uur wachten op de lunch. Want de rest van de ploegen moet nog aankomen, en het is volkomen duidelijk dat lang niet iedereen deze tocht als een wedstrijd ziet. Of, zo lijkt het, bijna niemand.

De lunch bestaat uit brood, sla, uitgebreide paella en wijn. En appeltaart toe. Best lekker, maar niet per se het beste eten om op te roeien.

Gelukkig is er daarna ook nog een uurtje om uit te buiken, en dan komen de uitslagen: we zijn de snelste C4, met vijf minuten voorsprong op de nummer twee.

De middagetappe is ongeveer even lang, maar heeft zeven sluizen. En een Le Mans-start: er wordt in omgekeerde finishvolgorde gestart (wij aan het einde dus), en op de weg. Daarvandaan is het zevenhonderd meter naar de eerste sluis. We treuzelen wat bij de start (om de weg voor ons leger te krijgen) en rennen naar de start. Ook dat, het rennen naar met de boot op het karretje, hadden we geoefend, maar het is toch best wel ver. We worden er al langs gelaten door een aantal ploegen, maar zien wel dat de concurrentie is gaan roeien. Dat is slim, want zo kun je veel meer ploegen inhalen. Maar we zien onze concurrentie het stuk roeien. En dat is slimmer, want je haalt zo veel makkelijker in. Maar goed, het scheelt ons nu een keer erin en eruit.
We worden wel steeds handiger in die sluizen. En het roeien gaat nog steeds snoeihard. En het is warm. heel erg warm. Echt heel erg warm. Onderweg worden drinken en abrikozen uitgedeeld, en Bart blijft onvermoeibaar bidons aanreiken als wij met de boot lopen.
We lopen op elk roeistuk in op de ploegen die vlak voor ons gestart zijn, en op de sluizen winnen zij dan weer op ons. Maar aan het einde lijken ze wel op ons in gelopen te zijn.

En dan is dag 1 klaar. Niemand had er denk ik op gerekend hoeveel impact de warmte heeft; we zijn echt kapot.

Dit bericht werd geplaatst in roeien op door .

Wonderen der techniek

Zo’n roei-kampeertocht door het idyllische zuiden van Frankrijk lijkt misschien rustiek en simpel. Eenvoudig, met duidelijke doelen (eten, roeien, slapen) en een helder ritme. Een uitgelezen kans om los te komen van de hectiek van alledag, van de slavernij van de moderne techniek. Niets is echter minder waar.

Want behalve al die roeikleren, dat eten en die tenten, zijn er ook mee

  • Vijf smartphones
  • Vijf GPS’en
  • Vier iPads
  • Drie coxboxen
  • Een set boxjes
  • Een laptop
  • Een enorme camera (mét toeters een bellen)
  • Een minicamera (zonder)
  • Een mixer

En dan nog oneindige voorraden oplaadkabeltjes, batterijen, beschermhoesjes en verloopstukjes en -stekkers. En twee auto’s, een bus en een botenwagen.

Nou ja, die mixer is eigenlijk niet mee. En we hebben ook geen vaatwasser. Dacht ik, er zouden nog zo maar verrassingen uit deze of gene tas kunnen komen…

Spannende avonturen in de supermarkt

Het duurde gisteren oneindig lang voor Roel en Jeanne terug waren uit de supermarkt (Bart hongerde bijna dood). Dat was niet omdat ze zo traag zijn, of eindeloos weifelden bij het soepschap, maar omdat de supermarkt zo gargantuesk groot was. Zeiden ze…

Dat wilden wij ook zien, dus na een rustig en uitgebreid ontbeten te hebben togen we naar de Carrefour.

En inderdaad. Jeetje, wat een ding. Ik ben geen ervaren hypermarchéganger, maar ook Frankrijk-adepten vonden hem groot. Heel groot. Het personeel reed er rond op rolschaatsen.

20130810-124509.jpg
Er stonden echte Japanners live sushi te maken, en het schap met doperwtjes in pot was zeven meter breed. En ik hou niet eens van doperwtjes uit een pot. En hoeveel merken madeleines kan een mens nodig hebben? Er waren dan wel weer verdacht weinig merken eendennekken in pot. Blijkbaar vindt niemand dat lekker…

En dan was er nog de non-food. Rijen vol couscousines, snelkookpannen, massagestoelen, wc-brillen, onderbroeken met stripfiguurmotief en tuinstoelen. En, op de afdeling kekke keukengadgets, een schap waarvan we zeker wisten dat niet alleen ons hart, maar ook dat van Jo Achterberg sneller zou gaan kloppen:

20130810-125442.jpg
Het was een enerverende ochtend!

Picknicken voor gevorderden

Het leuke bij die Franse uitwaaiplaatsen is dat er overal picknicktafels in het struweel staan. Als je een beetje je ogen dichtknijpt en de juiste kant opkijkt lijk je in de woeste natuur te zitten. Althans, als je een stadskind bent dat niets gewend is op natuurgebied.

En bij de laatste pleisterplaats stond deze geweldige picknickunit. Kunnen we er ook zo een op RIC krijgen?

20130810-133858.jpg

Dit bericht werd geplaatst in de reis op door .

Gek gezicht…

Dat is een gek gezicht: kijk je ’s ochtends uit het raam van je Formule-1-hotelkamer (leuk, hoe dat gevangenisdesign alleen in de openslaande ramen is losgelaten!); zie je dat de parkeerplaats rondom de botenwagen nu helemaal leeg is. Dat was gisteravond wel anders. Toen stond de auto van Roel bijvoorbeeld naast de botenwagen…

Hopelijk komt ‘ie nog terug, het is hier vandaan best ver roeien naar Toulouse.

20130809-080900.jpg

Dit bericht werd geplaatst in de reis op door .

Hoe het begon

Het was Roels idee, en hij legt vast nog wel uit hoe hij ertoe kwam.
Maar hij vertelde dat hij graag een keer de Rallye du Canal du Midi wilde roeien. En ik riep, zonder überhaupt te weten waar dat kanaal dan precies ligt, dat ik mee wilde.

Langzaam sijpelde er toen steeds meer informatie mijn hoofd in. Het is een wedstrijd van zo’n 200 kilometer. (O, dus net als de Elfstedentocht.) Je roeit het in een C4 (Dat is net zoiets als een C2, dus het is nog steeds net zoals op de Elfstedentocht.) Het stikt daar van de sluizen waar je niet doorheen kunt, dus dan moet de boot uit het water, op een karretje, en dat moet ook zo snel mogelijk (Klunen!).

Een soort Elfstedentocht dus, maar dan een week durend, en met kamperen tussendoor. Het was dat ik al ja gezegd had, maar anders had ik het op basis hiervan zeker gedaan.

En zo was er al vrij snel een ploeg (Roel, Jeanne, Geertje, Johan, Bart en mijzelf) en een plan. En etentjes, om dat plan verder uit te werken. We zijn met zijn zessen, dus er kan er één mee op de kant fietsen. Maar wat moet die doen? En hoe gaat dat eigenlijk, met een karretje op de boot en dan de boot uit het water?

Mensen kijken vreemd op, als je op een zonnige vrijdagavond met je boot op een karretje langs de Weespertrekvaart rent. Roeiers ook als je met een karretje op je boot rondvaart.

Goed, de taken zijn verdeeld, er is wat geoefend, we kennen elkaar, hebben er zin in, de campings zijn geregeld en de afspraken gemaakt. Bart en Johan gaan met hun gezin op vakantie, alvast oefenen op de warmte. Nog een week te gaan.

En dan mailt Bart: gevallen met de motor, schouder uit de kom. Gelukkig wil hij nog wel mee (al moet hij eerst nog even uit Frankrijk terug zien te komen, want hij mag (nog) niet rijden). Nou waren we toch al met zes, dus dat roeien komt ook wel goed. En verder? We zien wel. Hopelijk is de rest van de verrassingen minder vervelend…