Categoriearchief: roeien

Uitslagen

Wie op de website van de Rallye du Canal du Midi kijkt, kan uitslagen vinden. Voor de races van 1999 tot en met 2010. Dat wordt ongetwijfeld nog geüpdatet, over een jaar of wat zal onze overwinning er vast tussenstaan.

Gelukkig is Jeanne goede vrienden geworden met Luc, de chronometreur. Hij heeft haar de uitslagen doorgespeeld; je vindt ze hier.

Dit bericht werd geplaatst in roeien op door .

Zeg het met plaatjes

Nou, het heeft even geduurd, maar Bart is naar de Hema gefietst om de rolletjes weg te brengen, en de beste foto’s zijn ingeplakt. Om een beetje een beeld te geven. Als je meer foto’s wil zien, spreek je een van ons maar aan. We laten ze graag allemaal zien, compleet met alle stoere verhalen erbij.

Dit zijn we vlak na de start:
DSC_4042

Gezamenlijke lunch:
DSC_4056

DSC_4065
Is ’t geen idylle?

De witte tegenstanders (let op hun enorme chariot):
DSC_4062

DSC_4193
De groene tegenstanders, Lille. Op drie de onschuldig uitziende geweldenaar.

DSC_4178
Roeien in een tunnel, hoe cool is dat?

Lieve volgers, dank jullie wel voor alle steun, support en gelukwensen. Het is echt heel tof om, als je er helemaal doorheen zit, te lezen dat er iemand meeleeft en hup roept!

Dit bericht werd geplaatst in roeien op door .

Vrijdagmiddag

Okee, ik heb een stuk tape van mijn duim afgerukt (het tikt heel lastig met) en het regent. Een uitstekende gelegenheid om iets uitgebreider te vertellen hoe het gisteren ging.

We zijn in de ochtendetappe zo’n twee minuten aan Toulouse kwijtgeraakt. En dat is ze aan te zien; ze zitten er helemaal doorheen, ze hebben het hele stuk doorgetimmerd zonder drinkpauzes. Terwijl wij daar elke twintig minuten voor laten lopen. En wij hebben ook nog twee keer gewisseld.

De lunch is, net als andere dagen, ergens buiten tussen de bomen. Met uitzicht op zo’n mooi ommuurd kerkhof. Waar een wc is. Met een toiletrol.

We laten onze blaren afplakken (dat doen ze hier heel profi, daar kunnen ze in Friesland nog iets van leren, daar werd ik een keer behandeld door een aardig meisje dat sterk de indruk wekte nog nooit een blaar op een hand gezien te hebben (en ik ging daar natuurlijk niet naartoe voor één blaar) en die toen drie kwartier (tijdens een wedstrijd!) bezig was met het aanleggen van een soort leukoplastplakkaat dat na drie halen helemaal losliet…) en drinken veel. En worden aangesproken door allerlei mensen die onze wissel hebben gezien en onder de indruk zijn (en dan hebben ze alleen de slag-stuur-wissel gezien, en niet hoe Jeanne en ik in minder dan een minuut van stuur naar 2 wisselden), en door mensen die willen weten of we dit vaker doen.
We doen hier veel voor de internationale marketing van de Elfstedentocht.

De middagetappe is 17 kilometer, en we worden gewaarschuwd voor twee dingen: er is geen schaduw. En na tien kilometer is er een tunnel van 140 meter die te smal is om te roeien en waar daarom maar één ploeg tegelijk door mag, daar kun je dus worden tegengehouden en moeten wachten. En we moeten achteraan starten. We zien twee tactische mogelijkheden: heel snel achter het veld starten in de hoop iedereen voorbij te zijn vóór we bij de tunnel zijn, of juist enorm traineren, zodat we al die ploegen pas na de tunnel treffen. Toulouse besluit voor ons, die vertrekken direct achter de rest. En wij dus ook. We varen in onze beestachtigste opstelling, met Geertje op slag, Johan daarachter, dan ik en Roel op boeg. Jeanne zit aan het roer. Met verve, ze ziet Toulouse starten en roept dus meteen ‘bouwen, nu’. Dus wij knallen in tempo 33 door de start en liggen vrijwel direct puntje-kontje met Toulouse. Die vinden dat niet gaaf en doen in de eerste bocht meteen een rare stuuractie: Jeanne stuurt in om buitenlangs te gaan, maar zij sturen ook naar buiten, om ons in de kant te duwen. Dat lukt niet omdat er nog ruimte tussen de boten zit, dus Jeanne gaat alsnog naar binnen. Zij sturen mee naar binnen en raken met hun roer onze boeg. En worden daardoor in de kant geduwd. Met veel gevloek aan hun kant. Maar het was echt hun eigen schuld.

We beuken stevig door, alle ploegen die we nu inhalen, liggen in ieder geval niet voor ons bij de tunnel. Dat is leuk, het inhalen gaat soepel en we horen vaak ‘allez Amsterdam’ of ‘come on, Amsterdam’. En ook vanaf de kant en vanaf bootjes wordt gejuicht. Heel cool.

Ondertussen is Jeanne scherp, als we moeten wachten (bijvoorbeeld omdat er een ploeg vóór ons ligt die we niet kunnen inhalen omdat er een tegenligger aankomt) laat ze meteen lopen voor een drinkpauze (Johan heeft naast het blauwe sportdrankspul nu ook flesjes roze sportdrank met kersensmaak, die vooral als voordeel heeft dat dat blauwe spul ineens héérlijk lijkt, maar die troep doet wel iets goed!). En dan kunnen we ook meteen om ons heen kijken, want we vergeten het soms een beetje, maar het is mooi hier! Pittoreske dorpjes, tegen bergwanden geplakte kerken en kastelen, landschappen. En aquaducten, vanochtend voeren we over een aquaduct, waar je vanuit de boot niet veel van ziet, maar wel dat je ineens op het hoogste punt van het landschap vaart. Dat is in een boot best uitzonderlijk.

En dan komen we bij de tunnel. Er ligt een ploeg voor ons die braaf doet wat de organisatie vraagt: alleen met de armen roeien en vooral heel voorzichtig, want het is smal. Terwijl Bart, die daar staat, al meteen roept dat het past. Nou hebben wij iets kortere riemen dan de rest, maar dan nog zou ook de rest gewoon door kunnen roeien. Als ze konden sturen (quod non). Bart heeft naast ons geen andere ploeg gezien die zonder de kant te raken door de tunnel gaat; en de meesten stuiteren erdoorheen alsof het een flipperkast is. Aan de ene kant is het mooi dat die ploeg voor ons ligt, wij houden nog een drinkpauze en zien hoe mooi deze tunnel is, en hoe ontzettend cool het is om daar te roeien. Maar het allerliefst waren we er natuurlijk op volle snelheid doorheen gerost. Gewoon, omdat het kan.

Na de tunnel kunnen we weer oppakken en roeien we stevig door. Man, wat zitten wij goed te varen, en wat gaan onze bochten mooi. Geweldig!

De warmte valt mee. Gisteren was ik na de finish net een dropvisje, met zo’n zoutlaagje, maar dat valt nu mee.

En dan zijn we er. Vrij plotseling. En zien we dat Toulouse niet eens zo ver achter ons lag. We hebben gewonnen!. !!

Nu moet de boot eruit, worden we van alle kanten gefeliciteerd en hebben we tijd om aan een picknicktafel te zitten en ijs en cola te halen. Dan moeten we naar beneden. Dat is nog een belevenis, want hier wordt dertig meter hoogteverschil overbrugd met zeven sluizen, direct achter elkaar. Wij lopen dus vrij steil naar beneden en dan door Béziers, naar het terrein waar de boten liggen. Het is echt jammer dat er geen foto’s zijn van hoe wij, met de boot op een karretje over een rotonde rennen terwijl aan twee kanten motoragenten het verkeer tegenhouden.

En dan naar de camping, in het zwembad, douchen en eindelijk eens een beetje hangen. Heerlijk. We hebben gewonnen!

Dit bericht werd geplaatst in roeien op door .

Pesteind

Goed, 27 kilometer dus. Dat is een pesteind. Een rondje Gein ongeveer. Oftewel ruim twee uur stampen. Dat zijn we niet gewend.
We weten inmiddels dat we gisteren inderdaad erg goede zaken hebben gedaan: de voorsprong op Toulouse is bijna zeven minuten, en Lille ligt daar helemaal ver achter. Maar goed, we moeten het natuurlijk nog wel waarmaken. Er komen voorzichtig wat zenuwen op, en daarbij helpt het niet dat je lijf niet echt dol is op dit soort activiteiten, eten gaat steeds moeilijker naar binnen. En hier valt al niet tegenop te eten.

Gelukkig viel dit traject qua temperatuur erg mee. We waren gewaarschuwd voor een plataanloze watervlakte, en dat was dan misschien ook wel zo, maar dan waren het andere bomen. Er was in ieder geval genoeg schaduw. En ik voel de zon nu pas doorkomen; het was tijdens het sturen zelfs eigenlijk best fris.

Voor mij viel het nog mee: ik heb halverwege met Jeanne gewisseld, die tot dan toe stuurde. En aan het einde heb ik het nog een klein stukje overgenomen van Johan, die er op slag helemaal doorheen zat.
Daarmee heb ik nu op 2, 3 en 4 gezeten. Maar niet op boeg. Terwijl mijn (op maat gemaakte) Canal du Midi-roeipakje gelabeld was met ‘Bowside M’…

Bart is meegegaan naar de start, en daarvandaan mee gereden met de organisatie. Hij vermaakt zich volgens mij prima. Iedereen is echt heel aardig hier, gisteren kwamen allemaal mensen bezorgd informeren hoe het met onze vriend is en nu komen ze enthousiast vertellen hoe goed het is dat hij er weer is.

En we zijn natuurlijk benieuwd naar de uitslag. Toulouse is waarschijnlijk wel harder gegaan dan wij, maar het zal niet veel schelen. Mooi! Nog één keer knallen vanmiddag!

Dit bericht werd geplaatst in roeien op door .

Rare wedstrijd

De Rallye du Canal du Midi is een rare wedstrijd.
Ten eerste omdat het natuurlijk eigenlijk best belachelijk is om een wedstrijd van tweehonderd kilometer met vijfenvijftig sluizen te varen.

Maar ook omdat er maar twee velden zijn: C4x+’en (dat zijn vrij brede boten voor vier roeiers en één stuurman) en skiffs: smalle eenpersoonsboten. Die nog best hard gaan, vooral omdat het veel minder gedoe is om zo’n klein bootje bij een sluis uit het water te halen.

Verder is het raar dat de organisatie nauwelijks op roeiers lijkt toegerust. Of, althans, niet op roeiers die het als een wedstrijd zien. De middagpauzes zijn ellendig lang (maar dat komt natuurlijk ook omdat het nadat wij binnen zijn nog minstens een uur duurt voor de rest compleet is) en de lunches worden pas ruim nadat iedereen er is geserveerd. En ze zijn zwaar en vettig. Best lekker, als de middagetappe niet voor de klok is, maar anders roeit dat bijzonder onaangenaam. Vooral omdat de start van de tweede etappe dan bijvoorbeeld een uur na het einde van de lunch is. Dan is je cassoulet écht nog niet weg…

En die rare voorkeur voor lunchplekken zonder sanitair, dat vind ik ook best gek…

Als je er zo over nadenkt, is het natuurlijk ook best raar om zo’n wedstrijd in augustus te organiseren. Waarom niet gewoon rond Hemelvaart, en dan in Friesland? Dan heb je ook meteen geen last meer van die sluizen

En er is nog een raar detail aan deze wedstrijd. Roeien is geen contactsport. Het is dus behoorlijk veilig. Goed, je wordt er niet per se mooier van (blaren op je handen, of dikke stukken (eventueel zwart) eelt, nare plekken op je kuiten, dat werk. Fotomodel word je er niet mee, maar goed, daar was ik toch al honderd kilo te zwaar voor. Maar dan dit. Zo’n lange wedstrijd in de zon heeft als voordeel dat je er erg mooi bruin van wordt. Dat is leuk. Het combineert alleen zo slecht met alle butsen, blauwe plekken, schrammen en schaven die je er óók bijkrijgt. Van dat lompe gehannes met die boot, ploegen die tijdens het lopen met de boot niet opletten en met hun riemen tegen je aanbotsen en alle vormen van stekelige oeverbegroeiing.
Gelukkig hebben we ook wat dat betreft Bart, die echt helemaal onder de oorlogswonden zit (ook al voor zijn arm losliet). Dat relativeert de boel dan weer een beetje…

Maar wij zijn ook raar. Wij zijn een van de weinige ploegen die hun eigen boot hebben meegenomen (de rest vaart in huurboten, variërend van best aardig tot je reinste brandhout (dat laatste geldt ook voor de roeiers die erin zitten)). We zijn zonder meer de enigen met zulke coole bliksemschichten op de taften. Ik heb ook pas één andere ploeg met een coxbox gezien (een intercom voor in de boot, waardoor de stuurman te verstaan is zonder te schreeuwen). En mensen vinden ons groot. Dan duwen we snel Geertje naar voren, om aan te tonen dat dat best meevalt. En dan laat zij d’r spierballen zien. Zijn ze toch weer onder de indruk.

De meeste ploegen slapen bovendien in een door de organisatie geregeld hotel, en wij zitten lekker te klungelen op een camping.

O, en wij zijn volgens mij ook de enigen met een eigen ‘chariot’. De chariot is het karretje waar we de boot op vervoeren langs de sluizen. De organisatie verstrekt chariots, maar die zien er nogal lomp uit. Dus heeft Roel er zelf een geknutseld. Hij (de chariot) is licht, en veel sterker dan we gedacht hadden. En dat is goed, want de paden langs de sluizen zijn ook niet zo geweldig.

Eén ding is dan weer niet raar. We roeien als een gek en hard ook. En het is onwijs gezellig.

Dit bericht werd geplaatst in roeien op door .

Donderdagmiddag

Donderdagmiddag horen we na de lunch dat we eerste liggen. Mooi, dan kunnen we achteraan starten. En de korte samenvatting is dat we niet achteraan finishen.

Eerst passeren we Lille en daarna, bij de derde sluis, ook Toulouse. Een mooie actie, we zijn gewoon sneller tijdens het passeren van een sluis. Lille is bij dezelfde sluis extreem snel (dankzij dat tanige oude mannetje dat de boot met één vinger het water ingooit), maar die halen we kort daarna tijdens het roeien weer in. Ze moedigen ons aan, roepen dat wij nu wel Toulouse moeten verslaan. Goed, we doen ons best. En in deze etappe eindigen ze minuten na ons.

Het ziet er dus goed uit. Maar eerst morgen nog. De eerste etappe is 27 kilometer en de tweede 18. En we zijn ervoor gewaarschuwd dat in dit stuk helemaal geen platanen meer staan, en dat je dus in de volle zon roeit. O, en er is steeds meer pleziervaart op dit stuk van het Canal. Dat merkten we vanmiddag al; het is best druk met best grote boten waarvan de kapiteins geen idee hebben wat ze doen…

Er kan dus nog van alles gebeuren!

Dit bericht werd geplaatst in roeien op door .

Donderdagochtend

We zijn dus vanochtend toch maar gestart. Gelukkig lag de start vlak bij de camping, dus we hoefden niet belachelijk vroeg op. Of, althans, niet zo achterlijk vroeg als andere dagen. En hadden we dus nog even tijd om een coucoussalade in elkaar te gooien, en flink zoete aanmaaklimonade te maken. Want daar ontbreekt het ons wel aan, energie onderweg. Want stoppen bij revitaillementsposten (dat soort dingen is hier erg goed geregeld) is ook weer zo wat, als je aan komt rennen met je boot. Gelukkig zijn we, doordat we onze eigen boot en riemen hebben, erg goed herkenbaar: andere ploegen gaan vaak opzij als we eraan komen. Heel cool!

Deze etappe is 21 kilometer, met vijf sluizen. Geertje coacht iedereen vanaf de stuurplek weer in het ritme: keren, staan en genieten. De organisatie heeft ons verder Henri uitgeleend, die ons helpt bij de sluizen. Het is natuurlijk niet Bart, maar beter dan niemand. We zijn laat bij de start en beginnen daarom achteraan, vrij ver achter de rest aan. Helemaal niet erg, zo kunnen wij er weer even rustig inkomen. En uiteindelijk halen we ze toch wel in. Lille hebben we bij de derde en de vierde sluis wel te pakken; Toulouse halen we niet in, maar we finishen er wel vlak achter. Daar hielpen ze ons ook wel een beetje mee door een riem te breken; dat krijg je, van dat lompe gedoe.

Bij de lunch krijgen we van de ‘chronometreur’ onofficieel te horen dat we na deze etappe overall eerste liggen, met een paar seconden voorsprong op Toulouse. Die doormoeten met een geleend stel riemen. Macons, voor de kenners. We gaan ze halen vanmiddag. Weer ruim twintig kilometer met vijf sluizen. En op de wat langere roeistukken vreten we ze op.

Dit bericht werd geplaatst in roeien op door .

Kut. Met peren.

Onze ochtendetappe was vrij lang (24 kilometer), en met maar vijf sluizen. Roel stuurde, en we gingen goed. Geweldig hard. We hadden voor de start gehoord inmiddels tweede te liggen, met een paar seconden achterstand op Lille (de groenen).
Hen hebben we de hele race niet gezien, ze startten vrij lang na ons. De witten zijn direct voor ons gestart en gefinisht, en het verschil leek niet eens zo heel groot. Dachten we.

Toen kwam het op het gras liggen uitrekken, bijdrinken en op eten wachten. Gelukkig hadden we het (enorme) restje couscous van gisteren meegenomen, want de vegetarische maaltijd was macaroni met kaas. En brood met boter. En een nectarine toe.

De middagetappe is kort (15 kilometer) en niet geklokt. Een ideale gelegenheid om Bart te laten sturen. Zit hij toch nog een keer in een boot. En dat gaat prima. Tot de eerste sluis. Hij stapt misschien wat onhandig uit, glijdt weg, valt, en zijn schouder is er weer uit.

Daar zit je dan, met een van pijn kreperende Bart en niets dat je kunt doen. Een passerend arts besluit niets te doen behalve wat bemoedigende vragen stellen en op de ambulance wachten. En ook als die er eenmaal zijn duurt het lang, voordat ze hem eindelijk iets verdovends geven. En dan duurt het nog langer voordat dat dan werkt. Kut. Met peren.

Inmiddels ligt hij in Carcassone in het ziekenhuis, en daar blijft hij ook vannacht.

De boot is terug bij de start van morgen, de roeiers zijn weer een beetje bij elkaar geraapt en vooralsnog varen we morgen gewoon. Het zijn maar tien sluizen; daar komen we wel overheen. En wat mij betreft gaan we dan die klotewedstrijd winnen ook. Kut!

Dit bericht werd geplaatst in roeien op door .

De tegenstand

Zo op het oog lijkt de Rallye du Canal du midi een beetje een wedstrijd voor bejaarden. Internationaal, dat wel, er zijn meerdere Australische, Nieuw-Zeelandse en Amerikaanse ploegen. Die toch vooral bestaan uit vriendelijke grijsaards met een voorkeur voor het goede leven. En, opvallend genoeg zijn dat erg vaak ploegen die uit dames en één heer bestaan. Amerikaanse mannen hebben blijkbaar te weinig vakantiedagen voor dit soort fratsen.

Er zijn gelukkig nog een paar ploegen die er echt een wedstrijd van maken. Wij liggen in gevecht met twee ploegen:

Toulouse
Dat zijn de witten. Een ploeg die zo te zien uit één dame en vijf heren bestaat (het is ons niet helemaal duidelijk wat de maximum teamgrootte is). De heren zien er behoorlijk afgetraind uit, maar hun roeien is niet geweldig, en hun sturen al helemaal niet. Ze winnen vooral op het gooi- en smijtwerk bij de sluizen, en daar zijn ze echt heel erg lomp. We verdenken ze ervan om die reden een huurboot te gebruiken. Ze zijn op de eerste dag ook al drie keer omgeslagen. Maar ja, ze zijn dus wel vrij sterk.

Lille
Dat is de groene ploeg. Een jonge mixploeg, in een groene stokoud uitziende boot, die we ervan verdenken een B4 te zijn. Hun boot is in ieder geval duidelijk lichter dan de onze. Hun grootste troef lijkt een man die er op het eerste gezicht ongevaarlijk uitziet, een kleine gebochelde grijze zestiger. Maar hij blijkt buitengewoon sterk, hij rukt die boot op elegante wijze in zijn eentje zó uit het water. En ze roeien ook behoorlijk door.

We zijn overigens niet de enige Nederlanders, Daventria is hier ook met een vier en een skiffeur.

Dit bericht werd geplaatst in roeien op door .

Dag 1

Zwaar begin

Maandag begon dan eindelijk de wedstrijd. Vroeg op, appartement uit en met alle zooi naar het botenterrein, en van daaraf moest er dan ook nog een auto naar het eindpunt van vandaag gebracht worden. Op het botenterrein lagen inmiddels een stuk meer boten dan toen we hier zondagmiddag weggingen, en ook een stuk betere boten. Maar niemand andere met zo’n snelle romp, en zulke snelle bliksemschichten op het taftzeil.

De organisatie gaat op zijn Frans: we zouden om acht uur starten, maar in praktijk begon de briefing om kwart over acht.

De start ging ook een beetje chaotisch. Het zou op startnummer gaan (wij zijn boot 29, van de 52). En ons plan was ook om redelijk achteraan te starten, om de kunst bij de sluizen een beetje af te kijken. Daar hadden we buiten onszelf en de Fransen gerekend: het zit niet echt in onze aard om achter allerlei treuzelaars voor de start te blijven liggen, en toen we eenmaal bij de start in de buurt kwamen, mochten we ook gewoon gaan. Ondanks de voorgeschreven startvolgorde.

Het roeien ging vrijwel meteen lekker. Compact, in een stevig tempo en uiteraard, zoals Johan dat zegt, klokgelijk. Heerlijk! En enorm imponerend natuurlijk, ik kijk uit op de gebronsde schouderpartijen van Geertje en Johan, in onze prachtpakjes.

De eerste sluizen waren een belevenis. Omhoog (dus je kijkt tegen een enorme deur aan), en over heel veel hoogteverschil. De boot moet dan zo snel mogelijk uit het water, op een tweewielig karretje, de ‘chariot’, en dan vrij steil omhoog lopen, langs de sluis en dan weer in de omgekeerde volgorde het water weer in.
Dat is een behoorlijk gestuntel; wie doet wat, en hoe doe je dit überhaupt het handigst? We hebben wel geoefend, maar langs de Weespertrekvaart is het toch anders…
We mogen het in de eerste etappe (21 kilometer) vier keer proberen. En het gaat steeds beter, en het roeien onverminderd hard.

De finish (dat is de tijdman, de ‘chronometreur’) duikt vrij plotseling op, en dan zijn we klaar. De boot mag op de kant en we komen als een van de eerste ploegen op de lunchplek aan. Op een wat breed stuk bospad staan tafels met lange banken, en de wc noemen ze hier ‘wc sauvage’; je mag het bos inlopen of een plekje langs het veld zonnebloemen zoeken. Dan weet je meteen ook wat het nadeel is van zo’n kek roeipakje…

Gelukkig hebben we mueslirepen mee, het is nog meer dan een uur wachten op de lunch. Want de rest van de ploegen moet nog aankomen, en het is volkomen duidelijk dat lang niet iedereen deze tocht als een wedstrijd ziet. Of, zo lijkt het, bijna niemand.

De lunch bestaat uit brood, sla, uitgebreide paella en wijn. En appeltaart toe. Best lekker, maar niet per se het beste eten om op te roeien.

Gelukkig is er daarna ook nog een uurtje om uit te buiken, en dan komen de uitslagen: we zijn de snelste C4, met vijf minuten voorsprong op de nummer twee.

De middagetappe is ongeveer even lang, maar heeft zeven sluizen. En een Le Mans-start: er wordt in omgekeerde finishvolgorde gestart (wij aan het einde dus), en op de weg. Daarvandaan is het zevenhonderd meter naar de eerste sluis. We treuzelen wat bij de start (om de weg voor ons leger te krijgen) en rennen naar de start. Ook dat, het rennen naar met de boot op het karretje, hadden we geoefend, maar het is toch best wel ver. We worden er al langs gelaten door een aantal ploegen, maar zien wel dat de concurrentie is gaan roeien. Dat is slim, want zo kun je veel meer ploegen inhalen. Maar we zien onze concurrentie het stuk roeien. En dat is slimmer, want je haalt zo veel makkelijker in. Maar goed, het scheelt ons nu een keer erin en eruit.
We worden wel steeds handiger in die sluizen. En het roeien gaat nog steeds snoeihard. En het is warm. heel erg warm. Echt heel erg warm. Onderweg worden drinken en abrikozen uitgedeeld, en Bart blijft onvermoeibaar bidons aanreiken als wij met de boot lopen.
We lopen op elk roeistuk in op de ploegen die vlak voor ons gestart zijn, en op de sluizen winnen zij dan weer op ons. Maar aan het einde lijken ze wel op ons in gelopen te zijn.

En dan is dag 1 klaar. Niemand had er denk ik op gerekend hoeveel impact de warmte heeft; we zijn echt kapot.

Dit bericht werd geplaatst in roeien op door .