Het was Roels idee, en hij legt vast nog wel uit hoe hij ertoe kwam.
Maar hij vertelde dat hij graag een keer de Rallye du Canal du Midi wilde roeien. En ik riep, zonder überhaupt te weten waar dat kanaal dan precies ligt, dat ik mee wilde.
Langzaam sijpelde er toen steeds meer informatie mijn hoofd in. Het is een wedstrijd van zo’n 200 kilometer. (O, dus net als de Elfstedentocht.) Je roeit het in een C4 (Dat is net zoiets als een C2, dus het is nog steeds net zoals op de Elfstedentocht.) Het stikt daar van de sluizen waar je niet doorheen kunt, dus dan moet de boot uit het water, op een karretje, en dat moet ook zo snel mogelijk (Klunen!).
Een soort Elfstedentocht dus, maar dan een week durend, en met kamperen tussendoor. Het was dat ik al ja gezegd had, maar anders had ik het op basis hiervan zeker gedaan.
En zo was er al vrij snel een ploeg (Roel, Jeanne, Geertje, Johan, Bart en mijzelf) en een plan. En etentjes, om dat plan verder uit te werken. We zijn met zijn zessen, dus er kan er één mee op de kant fietsen. Maar wat moet die doen? En hoe gaat dat eigenlijk, met een karretje op de boot en dan de boot uit het water?
Mensen kijken vreemd op, als je op een zonnige vrijdagavond met je boot op een karretje langs de Weespertrekvaart rent. Roeiers ook als je met een karretje op je boot rondvaart.
Goed, de taken zijn verdeeld, er is wat geoefend, we kennen elkaar, hebben er zin in, de campings zijn geregeld en de afspraken gemaakt. Bart en Johan gaan met hun gezin op vakantie, alvast oefenen op de warmte. Nog een week te gaan.
En dan mailt Bart: gevallen met de motor, schouder uit de kom. Gelukkig wil hij nog wel mee (al moet hij eerst nog even uit Frankrijk terug zien te komen, want hij mag (nog) niet rijden). Nou waren we toch al met zes, dus dat roeien komt ook wel goed. En verder? We zien wel. Hopelijk is de rest van de verrassingen minder vervelend…